"De trainer moet het zelfvertrouwen van de sporter voeden"

Jan Sleijfer

"De trainer moet het zelfvertrouwen van de sporter voeden"
Zes vragen aan sportpsycholoog Jan Sleijfer, oprichter NL sportpsycholoog®, om zijn visie op het trainen van jeugd te horen. 

1. Wat is kenmerkend voor een goede trainer?
Een goede trainer daagt elke sporter positief uit door het aanbieden van begeleiding en oefenstof, zodat de sporter kleine succesjes ervaart die duiden ‘op beter worden’. De trainer faciliteert dit leerproces en laat de sporter steeds meer zijn of haar verantwoordelijkheid dragen. Hierdoor krijgt de sporter zelfvertrouwen, meer motivatie en zal (ook buiten de sport) steeds beter presteren. Uiteindelijk hoeft de trainer bijna niets meer te zeggen. De trainer moet het zelfvertrouwen voeden en zelfstandigheid stimuleren.

2. Wat vindt u: coachen op resultaten of persoonlijke vooruitgang?
Teveel coachen op resultaat zorgt voor sporters die zich vooral richten op ‘winnen’, ‘beter zijn dan anderen’ en de ‘positie op de ranglijst’. Helaas ligt winnen grotendeels buiten je controle. Deze sporters:
- verkrampen eerder;
- durven minder risico’s te nemen;
- ontwikkelen faalangst;
- en verliezen vaker zelfcontrole bij tegenslagen (bijv. valsspelen of gooien met een racket).

 Door vooral te richten op persoonlijke vooruitgang, in plaats van de focus op resultaat, wordt winnen een prettig bijproduct van een goede uitvoering! Als je veel wil winnen, moet je er weinig mee bezig zijn! 

Als je veel wil winnen, moet je er weinig mee bezig zijn!

3. Hoe haal je als trainer en/of coach het beste uit een sporter?
Een sporter presteert het beste als hij of zij veel energie heeft. Blessures, vermoeidheid en willen stoppen met de sport komen vaak voort uit het roofbouw plegen op het energiesysteem.

Onderzoek toont ook aan dat emotioneel en mentaal afstand kunnen nemen van de sportprestatie bevorderend werkt. Ik leer sporters dat plezier te vaak uit het oog wordt verloren, terwijl dit één van de belangrijkste opladers is. Een positief trainingsklimaat creëren is veel effectiever en minder schadelijk dan sporters uitschelden of een straf opleggen tijdens de training.

4. Wat is de rol van clubs om bij te dragen aan een positieve sportomgeving?
Clubs kunnen ouders, trainers en coaches bewuster maken dat sporten leuk is voor kinderen en dat plezier op de eerste plaats moet staan. Dit geldt ook voor de jonge topsporters of de selectieteams van een vereniging. Juist hun weg is lang; met successen en nog meer tegenslagen. Sport is een prachtig middel voor het verwerven van life skills, zoals doorzettingsvermogen, discipline en geloof in eigen kunnen.

5. Als je niet blij bent met de coach, wat doe je dan als ouder?
Maak vooral bespreekbaar waar je tegenaan loopt, zodat de coach weet wat er speelt. Voor het gesprek met de coach heb ik drie tips:

Tip 1. Blijft rustig: Een situatie kan frustrerend zijn, maar hou de emoties onder controle. Geef als ouder het goede voorbeeld (verbaal en non-verbaal). 

Tip 2. Vermijd discussie: Luister en stel open vragen om te achterhalen wat de beweegredenen zijn van de coach. Geef daarna pas feedback. Laat de techniek en tactiek over aan de coach.

Tip 3. Relativeer: De coach is waarschijnlijk een vrijwilliger, die deze rol uit goede bedoelingen heeft opgepakt. Waardeer ook zijn of haar inzet als coach. Jouw kind is waarschijnlijk ook niet de nieuwe Nadal, Messi of Simone Biles. 

6. Waarom stoppen veel kinderen op de middelbare school met sporten?
Dit komt -zo weten we dankzij onderzoek van NOC*NSF- vaak doordat het ongedwongen spel met vriendjes verandert in het moeten presteren. Ook is er nogal eens onvrede over de coach of clubleiding. Sporten kan ervaren worden als een verplichting en kinderen willen hun ouders vaak ook niet teleurstellen.
Daartegenover staat het gamen, een virtuele wereld waarin jongeren zelf de regie hebben. Gamen voelt vrij, zonder verplichtingen. Niet gek dat kinderen helaas dagelijks uren besteden aan gamen in plaats van aan sporten. Positieve trainingen met veel variatie en verantwoordelijkheid kunnen dat voorkomen.